Een huis zodanig bouwen dat het een verrijking betekent voor de omgeving, voor de biodiversiteit en voor de bewoners. Er is geen enkele technische belemmering die in de natuur geïntegreerde bouw tegenhoudt. Prachtige voorbeelden hiervan worden gegeven in het boek The Hand-Sculpted House, dat als leidraad dient van onderstaand verhaal. Dit boek gaat over bouwtechnieken volgens het diepe ecologieprincipe, maar biedt ook een krachtige motivatie waarom de mens het echt anders moet gaan doen. Niet alleen in de bouw. Onderaan dit stuk vind je informatie over het bestellen van dit boek. Voordat we naar de opbouwende visie gaan kijken van handgevormde huizen, eerst een introductie in de dagelijkse praktijk.
Spring direct naar mijn ontwerp
In de conventionele bouw begint alles met het bouwrijp maken van de grond. Bouwrijp maken voorafgaand aan het daadwerkelijk bouwen van een woning is een volkomen geaccepteerde werkwijze in de bouw. Het gaat doorgaans gepaard met zeer veel grondverplaatsing door zware machines, aanleg van toegangswegen, sleuven voor kabels en buizen, verwijderen van bomen en andere obstakels, et cetera. Daarna komt er een betonnen fundering en wordt gaandeweg een huis gebouwd uit materialen die heel ver van de natuur staan. Een casco van bakstenen en beton en andere materialen die heel veel natuurlijke hulpbronnen gebruiken en verantwoordelijk zijn voor een enorm energieverbruik en bijpassende uitstoot van broeikasgassen. In de conventionele bouw wordt een scala aan chemicaliën gebruikt in de vorm van lijmen, kitten, verf, composieten, kunststoffen, isolatiematerialen, enzovoorts. Energie-intensief, ongezond en het resultaat mist veelal een ziel. Een net opgeleverd huis komt pas tot leven, kan pas gezelligheid bieden door de inbreng van de bewoners. Het maakt dan vaak weinig uit of het een rijtjeshuis is of een pand dat onder architectuur gebouwd is.
De foto toont de bouwrijpe grond voor de bouw van luxe huizen in Los Angeles. Het komt erop neer dat ieder sprietje natuur in de getoonde vallei volledig wordt bedolven onder een pakket zand in de vorm van terrassen. Zo kunnen de aannemers ongehinderd van start met hun volledige gestandaardiseerde methode van bouwen met als resultaat volledig gestandaardiseerde huizen.
Nu is het voorbeeld van een totaal gedempte vallei vrij extreem, maar feit blijft dat er weinig oog is voor de oorspronkelijke omgeving bij huizenbouw in het algemeen. De bouwplek zelf verliest, voor zover aanwezig, al zijn natuurwaarde en het resulterende onroerend goed past zelden écht in de omgeving.
Per ongeluk bouwrijp gemaakt
In The Hand-Sculpted House staat een indringende anekdote: de plannen van een empathisch echtpaar dat een klein huis wilde bouwen in de heuvels van Noord-Californië. Prachtige natuur, tapijten van bloemen en verspreid door het landschap eikenbomen. Kortom, een plek om voorzichtig mee om te gaan. Dat was ook zeker de intentie van de bouwers. Ze begrepen de kwetsbaarheid van de omgeving en waardeerden de rijkdom van wat ze daar hadden gevonden.
Ze hadden een plek voor hun huisje gevonden in een kleine uitsparing in een heuvel, beschermd tegen de noordenwind, talloze kilometers uitkijkend op het zuiden, met oeroude, gedrongen eiken in het oosten en westen.
De intentie was om de bouwplaats geheel met de hand vlak te maken en ook de sleuven voor het fundament handmatig uit te graven. Echter, na weken regen was er nog steeds geen mogelijkheid geweest om aan te vangen met de werkzaamheden en kwamen ze in tijdnood. Een vriendelijke buurman bood aan om in ieder geval de bouwplaats vlak te maken met de tractor, voorzien van een kleine graafmachine. De vrouw zou alles in de gaten houden en waar nodig aanwijzingen geven.
De grote tractor reed voorzichtig het terrein op en ging aan het werk. De buurman stapelde de vegetatie, de toplaag en diepere aardlaag op een grote hoop. De vrouw vroeg zich af waarom er zo’n gigantische hoeveelheid materiaal uit het gat kwam voor een huis van 6 bij 9 meter, waarop de buurman opmerkte dat je niet op de instabiele bovenlaag moet gaat bouwen.
De buurman was bijna klaar toen de vrouw weggeroepen werd voor een telefoontje. Toen ze twintig minuten later terugkwam was het leed geschied… De buurman zei dat hij het echtpaar niet wilde opzadelen met die grote hoop aarde en dat hij het netjes had verspreid over de rest van het perceel. En zo was ruim duizend vierkante meter bergweide veranderd in een ondoordringbare smurrie van klei. Dag wilde bloemen, dag grondeekhoorns. Alles wat overbleef was een perfect vlakke, rechthoekige hap uit de flank van een heuvel.
Toen er een toegangspad was gemaakt hebben de eigenaren uit wanhoop met zware machinerie drainage aangelegd, omdat het hele perceel veranderde in een grote modderpoel bij iedere regenbui. Als je eenmaal begint met het gebruiken van zware machinerie ontstaat al gauw een vicieuze cirkel van meer zware apparatuur.
Het perceel was oeroude natuur. De bodem was goed gedraineerd door een onontwarbaar complex web van leven, de natuur had alles geregeld. Na de destructieve actie met de tractor was het perceel bouwrijp, zoals het in de conventionele bouw heet. Een dode rechthoek, een wond, de plek waar uiteindelijk een huis moest komen.
Het aanvankelijke idee om met aandacht en voorzichtigheid handmatig de bouwplek voor te bereiden was zoveel beter. Eerst de vegetatie ter plekke van de toekomstige woning verwijderen en tijdelijk elders neerleggen. Deze laag kan later het levende dak vormen van de woning. Met de hand de fundering uitgraven en zo volledige controle houden over de plek waar je wel en niet aarde deponeert. Niet meer graven dan nodig. Gaandeweg het bouwproces groeit er een organisch thuis dat geheel past in zijn omgeving.
Verlammende regelgeving
Woningbouw is al met al een nogal ingrijpende bezigheid voor het milieu. Om alles nog enigszins in banen te leiden is er zoiets als het bouwbesluit, een voor de leek lastig leesbare brij van regelgeving. Een schijnbaar oneindige lijst bouwvoorschriften met betrekking tot onder meer veiligheid, gezondheid, energiezuinigheid, milieu en sloopmethoden. Die is er in veel opzichten niet voor niets, onder meer vanwege de intrinsiek vervuilende en milieuschadelijke uitgangspunten van de hedendaagse bouw.
Het liefste zie ik het hele bouwbesluit in de prullenbak verdwijnen. De verlammende wetgeving maakt het totaal onmogelijk om binnen de gestelde regels volledig ecologisch te bouwen. Bouwen volgens mijn ecologische opvattingen staat zó ver van het bouwbesluit af dat het op allerlei vlakken botst. Ik wil een kleiner bouwoppervlak, bouwen met biologische materialen, geen aansluiting op het riool, geen aansluiting op gas, water, elektriciteit, een totaal andere architectuur en ik wil vooral experimenteren. Ieder van deze punten is voldoende om géén bouwvergunning te krijgen. Gelukkig zijn er in Nederland steeds meer plekken waar je grotendeels zonder al die regels je gang mag gaan, waarbij het project in Oosterwold bij Almere momenteel waarschijnlijk het meest bekend is.
Keer alles eens om
“Het moet milieuvriendelijk”. “Het moet energieneutraal”. “Het moet klimaatneutraal”. Beleid dat is gericht op het terugdringen van klimaatverandering en allerlei andere vormen van milieuschade lijkt mooi, maar het is symptoombestrijding. Een consumptieve benadering van bouw waarbij alle belanghebbenden aan het eind van het traject een boterham willen hebben verdiend. Het is krampachtig een schadelijk systeem in stand houden waarbinnen je probeert zo duurzaam mogelijk te handelen. Het gaat steeds maar weer over het gebruik van hulpbronnen op een wijze die zo min mogelijk het milieu schaadt. De impact op de natuur, op ecosystemen zo klein mogelijk houden, zo min mogelijk energie verbruiken. Helaas is dat gewoon niet goed genoeg met een wereldbevolking die door gaat groeien naar elf miljard mensen.
Daarom wil ik een poging doen helemaal uit het oude denken te springen. Wat heb je aan duurzame bouw, duurzaam consumeren, als het alleen maar een voortzetting is van oud consumptiedenken? Oud economiedenken? Gelddenken? Eigenlijk is de hele beweging richting duurzame huizenbouw weinig vernieuwend. Begrijp me goed, het is een hele goede eerste stap! Maar met milieuvriendelijker materialen en beter geïsoleerde woningen ben je er niet.
Kortom, vergeet milieubeleid, vergeet broeikasgassen, vergeet overheidsbemoeienis en hanteer een ander uitgangspunt: je eigen creativiteit en harmonie met de natuur in al zijn facetten. Daarmee kom ik terug op een van de belangrijkste boeken die ik ooit heb gelezen: The Hand-Sculpted House van Ianto Evans (en anderen). Het boek gaat vooral over het bouwen met cob, een mengsel van klei, zand en stro, waar de meest wonderlijke vormen mee gemaakt kunnen worden. Niet langer afhankelijk van de rechte lijnen die worden opgelegd door de halffabricaten van industrie en bouwmarkt, biedt cob een ultieme vormvrijheid. Rechte lijnen zijn een ogenschijnlijk voor de hand liggende keuze in hedendaagse architectuur, maar je hoeft maar één blik in de natuur te werpen en je begrijpt dat het een menselijke benadering is. Rechthoekige balken, bakstenen en plaatmaterialen nodigen uit tot denken in doosvormige gebouwen.
Het lijkt een beperking, maar dat is het allerminst
Stel, je sluit vooraf een aantal zaken uit:
- Je gebruikt geen zware machines die veel energie verbruiken
- Je gebruikt geen milieuschadelijke en energie-intensieve bouwmaterialen zoals beton, baksteen en gipsplaat
- Je neemt geen aansluiting op gas, water, elektriciteit of riool
Je legt jezelf dus enkele beperkingen op. Maar zijn het wel beperkingen? Want je kunt het evengoed zien als randvoorwaarden die leiden tot een bepaald resultaat. Als je de randvoorwaarden verandert kun je ook een heel ander eindresultaat verwachten.
Geen zware machines? Dat nodigt al direct uit tot compact bouwen! Als je een huis bouwt waarbij je vertrouwt op spierkracht in plaats van fossiele energieslaven motiveert dat automatisch tot een klein vloeroppervlak. Een inmiddels bekend fenomeen zijn de tiny houses: huisjes met een vloeroppervlak van enkele tientallen vierkante meters, soms niet meer dan twaalf vierkante meter. En waarom niet? Hoeveel ruimte heb je nu echt nodig? Hoeveel ruimte heb je als gezin nu echt nodig? De tendens om in steeds grotere huizen te gaan wonen is meestal niet gebaseerd op praktische noodzaak. Huizen, net zoals auto’s, zijn toch vooral een manier om jezelf uit te drukken en om een zekere status te verkrijgen.
Geen milieuschadelijke materialen? Dat nodigt al direct uit tot een heel andere bouwmethode, andere bouwstoffen! Mijn persoonlijke favoriet is het eerder genoemde cob, waarbij je dus je huis voornamelijk optrekt uit aarde! Maar ook bouwen met hennep heeft een enorm potentieel, zoals blijkt uit deze korte ode van Kevin McCloud aan hempcrete.
Of het nu klei uit je eigen tuin is, hout uit een naburig productiebos of riet uit de regio, het gebruik van lokale, natuurlijke materialen leidt automatisch tot een ander huis, een andere uitstraling, bouwen in harmonie met de omgeving. De ogenschijnlijke beperkingen openen juist een nieuwe creativiteit die korte metten maakt met het gewone, het niet-duurzame.
Een stap verder gaat het concept van huizen die leven, een initiatief van Bob Radstake. En deze levende huizen kun je dan meubileren met stoelen, tafels en lampen die niet zijn gemaakt, maar zijn gegroeid, zoals te zien is in deze video.
Je kunt naar ontwerpen toe die niet alleen diep-ecologisch van aard zijn, maar de bewoning ervan is ook van een totaal andere orde. In het boek The Hand-Sculpted House wordt prachtig omschreven wat een natuurlijk gebouwd huis met mensen doet. De schrijver illustreert dit onder meer met voorbeelden van bezoekers die nog nooit in een aarden huis waren geweest. Pas als je vanuit je conventionele woonsituatie een keer een bezoek brengt aan een natuurlijk huis beleef je de enorme verschillen.
Off grid? Geen aansluiting op gas, water, elektriciteit en riool? Dat nodigt al direct uit tot het heroverwegen van je energie- en waterverbruik en hoe je omgaat met “afvalstromen”. Volgens Milieu Centraal verbruikt een Nederlands huishouden gemiddeld 3.300 kWh elektriciteit en 1.500 m3 gas per jaar. Door de ballast van flatscreens, waterkokers, verouderde koelkasten en andere verbruikers te verminderen zijn er spectaculaire energiebesparingen te behalen. En zo kun je toe met een véél kleinere capaciteit aan zonne- en/of windenergie. Met “afvalstromen” doel ik vooral op wat er door het riool gaat. De term staat tussen aanhalingstekens omdat het natuurlijk helemaal geen afvalstroom is. We hebben er een probleem van gemaakt, maar het is een hulpbron! Want wat is de dagelijkse praktijk? Poep en pies wegspoelen met waardevol drinkwater, het via energie- en materiaalintensieve infrastructuur naar een zuivering pompen en daar met een complex zuiveringsproces de organische fractie weer scheiden van het water. Veel beter kun je je waardevolle excrementen composteren en na ten minste een jaar van rijping in de tuin gebruiken. De meest low-tech manier wordt leuk uitgelegd in deze video van Tony Wrench:
Toegegeven, ik wil het ook iets luxer dat dit, maar aan de andere kant: ingewikkelder is het niet, ongeacht de exacte uitvoering. Het eindproduct is toch zeer acceptabel!
Hoe moet een huis er dan uitzien?
Daar kan ik kort over zijn: hoe jij wilt dat het eruit ziet! Maar door bovenstaande randvoorwaarden in acht te nemen kun je in harmonie met de omgeving bouwen, minimaal energie verbruiken, de uitstoot van broeikasgassen minimaliseren of zelfs je huis CO2-negatief bouwen! Door bijvoorbeeld gebruik te maken van hempcrete leg je broeikasgassen vast. Nogmaals: de randvoorwaarden, de uitgangspunten, zijn geen beperking, maar een enorme verrijking. De ballast van een groot huis, de hoge hypotheek, de energierekening, de ecologische voetstap, allemaal zaken die je achter je kunt laten als je écht ecologisch gaat bouwen. We moeten af van termen zoals “zo milieuvriendelijk mogelijk”, want dat impliceert nog steeds dat jouw handelingen schade toebrengen, dat jouw keuzes weer leiden tot een iets minder schone, minder biodiverse, meer opgewarmde wereld. Weer een bevestiging dat het menselijk handelen alleen maar leidt tot afbraak. Daar moeten we vanaf! Dat eeuwige beeld van een “zondig” mens dat constant op zijn tenen moet lopen omdat er anders weer een diersoort uitsterft, er weer een stuk natuur verloren gaat door zijn consumptiegedrag.
Nu is een leven dat gebaseerd is op consumptie inderdaad een slechte basis voor duurzaamheid. Het valt ook niet mee om in een westers systeem daadwerkelijk de wereld mooier te maken. De praktijk is immers dat je een spoor van afval achter laat in de vorm van verpakkingen, elektronica, meubilair, auto’s en ander bezit. Hoe netjes je afgedankte spullen ook recyclet, netto verlies je het altijd. Hetzelfde geldt voor energieverbruik: als de fossiele brandstof eenmaal verbruikt is, is het weg. Wat je overhoudt is een wolk fijnstof en CO2.
Maar wat dan? Het bos inlopen, in berenvellen gaan rondlopen, een hol graven en je kostje al jagend en verzamelend bijeen scharrelen? Nee, gelukkig is de keuze niet tussen overconsumptie en terug naar de prehistorie. We hebben immers een creatief, probleemoplossend brein met een enorm vermogen tot innovatie. Alleen nu gebruiken we andere randvoorwaarden om tot een bepaald resultaat te komen.
Consumptieprincipe maakt einde aan creativiteit
Ik klaag vaak dat niemand meer wat met zijn handen kan. Niet geheel onterecht denk ik. In het informatietijdperk zijn bouwen en ander constructiewerk inmiddels alleen nog het domein van een handjevol ambachtslieden. Een huis láát je bouwen, meestal tot een kant-en-klaar resultaat, zodat je er zó in kan trekken. Nu ja, bouwen is een groot woord. De termen “prefab”, “standaardisatie” en “massaproductie” komen in de bouw natuurlijk net zo goed om de hoek kijken. Automatisering creëert eenheidsworst.
En zelfs de inrichting van onze woningen wordt vrijwel volledig bepaald door commercie. In feite hebben de meeste van ons massa-geproduceerde tafels, stoelen, banken, etc waarmee we een “eigen draai” aan onze inrichting geven. Ook hier hoeven we alleen maar voor naar de meubelboulevard en wordt er geen beroep gedaan op onze creativiteit. Tot overmaat van ramp moeten we daarbij ook nog eens de laatste normen en trends volgen. Diezelfde trends dwingen ons om iedere zoveel jaar alles weer naar de milieustraat te brengen en ons opnieuw te conformeren naar de laatste mode. Maakt niet uit of die inbouwkeuken nog prima werkt, het gaan erom dat de kleur niet meer van deze tijd is.
Mijn ontwerp van een eco-huis
Sterk gebaseerd op de ideeën die leven binnen de diepe ecologie heb ik enkele jaren geleden een model gemaakt van een huis dat ik wil gaan bouwen. Het plan was wat op de achtergrond geraakt, maar ik ben nu weer bezig om het te gaan realiseren.
Het is, hoe kan het ook anders, een huis van cob. Het bouwen van een schaalmodel met klei is een aanrader. Een huis gaat dan echt leven. Het dak is gebaseerd op een reciprook frame, een zelfdragende constructie met hierop vegetatiedak. Het ontwerp van destijds heeft een oppervlak van slechts 79 vierkante meter, inclusief de (dikke) muren. Maar inmiddels vind ik 79 vierkante meter alweer onnodig groot. In plaats van een diameter van tien meter wil ik nu naar een diameter van 8 meter, inclusief de muren. Zo kom je op 50 vierkante meter aan bouwoppervlak. Dat moet genoeg zijn voor twee personen.
Motivatie van gemaakte keuzes
Afgezien van het gebruik van vrijwel uitsluitend natuurlijke materialen, spelen ook andere overwegingen een rol in mijn uiteindelijke ontwerp.
- Eenvoud. Complexere constructies kunnen altijd nog. De ronde vorm is eenvoudig te realiseren en is sterk. Het zelfdragende dak kost iets meer moeite, maar vereist weinig materiaal in verhouding tot het dragend vermogen.
- Compact. Bij het bouwen met klei, zand en stro is er eigenlijk geen sprake van milieu-impact. Maar er komt veel spiergebruik bij kijken! Het loont dus om compact te bouwen, zodat je in één seizoen al het aardewerk kunt hebben verricht.
- Warm. Niet alleen kun je de muren uitstekend isoleren met bijvoorbeeld stro, maar het kleine volume van het huis maakt het creëren van een warme, comfortabele atmosfeer veel eenvoudiger. Geen noodzaak tot het verwarmen van grote volumes.
- Gezellig. De extra kwaliteit van natuurlijke bouw, organische vormen, natuurlijke kleuren, kleine ruimtes wint het naar mijn mening altijd van grote doosvormige woonvertrekken, opgetrokken met behulp van veel chemie.
- Onafhankelijkheid. Zelf je energie opwekken, zelf je eten verbouwen, zelf je “afvalstromen” beheren, geen hypotheek, geen leningen. In de Verenigde Staten staan zelfgebouwde huizen vanaf 500 dollar.
De tijd lijkt meer dan ooit rijp voor de bouw van dit soort diep-ecologische huisjes. Overheden staan er meer open voor, iedereen is inmiddels behoorlijk overtuigd van het belang van duurzame bouwmethoden. Tijd voor mij om een plek en financiering te zoeken voor bovenstaande plannen! Dit artikel zal regelmatig worden aangepast, dus kom nu en dan nog eens kijken hoe het staat met de stand van zaken.
The Hand-Sculpted House
Ook als je niet met cob gaat bouwen is The Hand-Sculpted House nog steeds een absolute aanrader. De uitgebreide uiteenzettingen, de achterliggende filosofie, het is evenzeer een boek over het leven zelf als over het bouwen van een ecologisch thuis. Toegankelijk geschreven in prettig leesbaar Engels.
Het boek kopen
Het gemakkelijkst bestel je The Hand-Sculpted House bij Bol.com (ik krijg dan ook een kleine commissie). Verder is het verkrijgbaar bij Chelsea Green in de Verenigde Staten, vanwege de verzendkosten alleen interessant als je een grotere bestelling hebt. En dat geldt ook voor Amazon.com.
Ianto Evans, een van de schrijvers, runt The Cob Cottage Company. Op hun site is eveneens veel informatie te vinden.
Ik ben heel benieuwd of je verder bent gekomen, en hoe de aanpak verloopt.
Is het mogelijk een vergunning te krijgen?
Wij zijn ook van plan een cob huis te bouwen
Het plan is er nog steeds, maar nog niet uitgevoerd!
Fantastisch project en schitterend beschreven. Zelf kom ik geen stap verder met het vinden van grond, waar ik zou mogen bouwen. Iemand hier tips?
Ik ben je ook gaan volgen. Het boek heb ik al een tijd in mijn bezit en inderdaad zeer goed leesbaar. Al een tijdje sta ik op de wachtlijst van Oosterwold in Almere (er moest eerst archeologisch onderzoek gedaan worden en helaas een prijsverhoging van 80% voor de grond doorgeduwd worden). Zodra ik aan de beurt ben moet ik de bouwcommissie overtuigen dat een cobhuis inderdaad een heel goede keus is. Er is al toestemming voor een earthship gegeven en daar wordt dan ook keihard aan gebouwd, dus ik heb wel degelijk goede hoop dat het kan lukken voor een cobhuis. Zeker is wel dat een architect de goede tekeningen moet leveren, heeft iemand een idee of er architecten zijn die hier goed in zijn?
Ik ben al een aantal jaren aan het kijken om ecologisch te bouwen. Heb zo vanalles bekeken : cob, earthbag, strobouw, clayslip, … Nu zijn we bezig , bij wijze van test, een strobouw te zetten. Dit op een rubble trench fundering (dus geen beton), en een laag met gravel zakjes om de stro boven de grond te houden. In mijn huis heb ik al bijna drie jaar en rocket mass heater (zeer efficiënte houtkachel). Strobouw is op de Franse manier gedaan (check Tom Rijven) om minder hout te verbruiken. Ik ben super voorstander van cob, maar in onze regio hebben we iets nodig dat meer isoleert, vandaar de keuze voor stro. Zal ook gemakkelijker zijn om vergunning te krijgen. De binnenmuren, keuken, andere kasten zou je dan eventueel wel in cob kunnen maken.