Constructie van een reciprook dak
Reciproke daken zijn constructies die zichzelf ondersteunen, waarbij ieder segment het vorige draagt. Tony Wrench uit Wales bouwt ze al jaren en hieronder vind je een vertaling van een artikel van zijn hand, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de bouw van een reciprook frame.
(the original English version of this translation can be found here)
Bewerking van Making a Reciprocal Frame Roof, een artikel van Tony Wrench, eerder verschenen in Permaculture Magazine issue no. 59, 2009 en tevens te lezen op zijn site. Voor het gebruik van tekst en/of afbeeldingen graag even contact opnemen met Tony.
Alvorens het onderstaande artikel te lezen is het zinvol eerst deze video te bekijken. Deze video van Helen Iles van Undercurrents geeft een goede indruk van het reciproke frame en de bouwwijze.
Ik heb pas na mijn veertigste mijn eerste duurzame, natuurlijke object gebouwd. De reden? Ik dacht dat het bouwen van woningen was voorbehouden aan deskundigen, en in het bijzonder: ik wist niet hoe je een eenvoudig, goedkoop dak kon maken dat de regen buiten hield. Muren zijn makkelijk denk je, maar daken? Wat als de zaak naar beneden komt…?
Hieronder volgt een werkwijze om een goed en goedkoop dak te maken dat je kunt bouwen zodra je besluit dat de samenleving waar we deel van uit maken niet gaat voldoen aan je woonwensen. Je gaat je eigen onderkomen bouwen of tenminste eentje voor de kippen of de hond.
De term ‘reciprook frame’ (reciprocal frame in het Engels) werd bedacht door Graham Brown uit Findhorn omstreeks 1987, dus het concept is vrij nieuw. Ik noem ze “reciframes” om lettergrepen te besparen. Het idee bestaat al eeuwen – Leonardo da Vinci ontwierp een vloer met reciframes waarbij geen van de vloerbalken breder was dan de vloer zelf. In Japan zijn er veel ingenieuze constructies te vinden die zijn gebouwd met behulp van dit principe. De Morrisdansers onder ons herinneren zich de zwaardendans waarbij zes zwaarden worden uitgestoken richting het midden van een cirkel die wordt gevormd door de dansers en een voor een op elkaar geplaatst worden totdat ze in elkaar vergrendeld werden. Een jonge danser springt dan op het reciframe dat door de zwaarden is gevormd en wordt op schouderhoogte ondersteund door de rest van het gezelschap onder luid gejuich en het geluid van Schotse doedelzakmuziek.
De eerste reciframes in Groot-Brittanië waar ik over hoorde waren de whiskyvathuizen in de Findhorn leefgemeenschap en Jack Everett’s dojo in de buurt van Stroud. Als je het eenmaal door hebt, kun je je het concept van een reciframe gemakkelijk eigen maken. Het idee verspreidt zich inmiddels snel, nu men doorkrijgt hoe gemakkelijk ze te maken zijn, hoe efficiënt en sterk ze zijn en hoe fraai ze zijn als je er van onder tegenaan kijkt (en van boven, totdat je het dak erop legt).
Ik heb er een gebouwd zodra ik over het idee hoorde in 1990 en sindsdien heb ik zo’n 14 reciframedaken gebouwd, altijd met het gebruik van rondhout. Er zijn zes of zeven toegewijde reciframebouwers in dit deel van Wild West Wales en we ontwikkelen onze ontwerpen door goed te kijken naar elkaars bouwwerken. In bedekte termen vragen we elkaar hoe een bepaalde nieuwe functie is ontwikkeld, om vervolgens ons eigen ontwerp iets te wijzigen voor het eerstvolgende bouwproject. Op een dag komen we allemaal een keer samen en kunnen we pas echt los gaan, maar momenteel is er een mooi gevoel van spiraalgewijze evolutie.
Ik heb nog nooit een reciframe op dezelfde wijze gebouwd als een vorige. Het hele proces wordt steeds verbeterd, week na week. In dit artikel loop ik de basics met je door, met de aanname dat er iemand is met een systeem dat al sterk verbeterd is. Dus, behandel het onderstaande niet als een vaststaand feit, gebruik ze als tips om tijd te besparen: wie weet, een paar decennia.
Je kunt een reciframe gebruiken om een dak te maken boven elke gewenste vorm. Je hebt geen centrale paal nodig en geen enkel dakspant hoeft zo lang te zijn als het gebouw breed is. Je kunt kiezen voor een daklicht in het midden, hetgeen een groot pluspunt is in een eenvoudige hut of woning, waar je optimaal gebruik wilt maken van het daglicht.
Je kunt drie tot zestien of meer balken gebruiken voor het reciframe. Als je gebouw vierkant is en je plaatst een spant op iedere hoek, ziet het er bijna uit als een gewoon dak. Heb je een gebouw in de vorm van een amoebe, met muren die zelfs stijgen en dalen als ze rondgaan, kun je ook daarvoor een reciframe gebruiken. De spanten hoeven niet op gelijke afstand van elkaar te staan.
Het is wel verstandig om de dakhoek niet vast te leggen. De hoek hangt af van de diameter van je bouwwerk, de dikte van de gebruikte palen/spanten, waar ze elkaar ontmoeten in het midden, het aantal gebruikte palen en de vorm van het gebouw.
Het komt erop neer dat je de spanten zodanig plaatst, dat ze elkaar ondersteunen op het punt waar ze elkaar kruisen. Wij houden de spanten gedurende de constructie omhoog met een tijdelijke ondersteuning. Deze Y-vormige of van twee aan elkaar vastgesjorde palen gemaakte steun wordt de “Charlie” genoemd en staat nabij het midden van de constructie. Als alle spanten geplaatst zijn wordt de ondersteuning verwijderd en zet het dak zich in zijn definitieve positie. Een reciframe heeft meestal een kleinere dakhoek dan een conventioneel dak en je streeft ook niet een exacte dakhoek na. Het meeste gewicht wordt vertikaal ingebracht op de muren en niet zijwaarts. Dit houdt in dat reciframes geschikt zijn voor eenvoudige constructies zoals strobaalhutten met dragende muren. Ik bouw echter eerst een ring om eventuele naar buiten gerichte krachten van het dak op te vangen. Ik zal mijn eigen werkwijze beschrijven en zal zoveel mogelijk opties te noemen waar nodig.
Muren
Je hebt iets stevigs nodig om je dak op te leggen. Reciframes zijn ideaal voor vegetatiedaken, want als je er een groot vel rubber (bij voorkeur) of plastic oplegt volgt het, binnen bepaalde grenzen, iedere mogelijke onregelmatige vorm. Reciframes zijn bijvoorbeeld niet de voor de hand liggende keuze voor een pannendak, vanwege de onregelmatige en maffe hoeken die je krijgt richting het midden. Rubber past zich aan.
Een vegetatiedak betekent een hoop gewicht, dus de dak moet goed ondersteund worden. Ik heb gebruik gemaakt van dragende muren van strobalen en cob (noot van de vertaler: traditioneel bouwmateriaal, mengsel van klei, zand en stro, van oudsher veel toegepast in Devon). Of een wood henge (noot van de vertaler: dragende houtconstructie) die opgevuld wordt met diverse materialen, meestal stro of cobwood (korte stammetjes die op elkaar “gemetseld” worden met cob). Ik heb inmiddels een sterke voorkeur voor het hengesysteem, om diverse redenen.
Allereerst, het weer. Als je je eerst helemaal richt op een wood henge en hierop een reciframe plaatst, dan heb je een waterdicht dak boven het hele bouwwerk. Je kunt dan zorgeloos bouwen aan prachtige muren met het door jou gekozen materiaal.
Je hebt veel meer vrijheid als de muren niet het dak hoeven te dragen. Als je eerst stevige, goed uitgeharde muren moet plaatsen voordat je het dak kunt plaatsen, moet je gedurende de bouw in de weer met plastic dekzeilen om de muren te beschermen als het regent. En dan weer wachten tot de muren voldoende droog zijn om verder te kunnen. En je vervolgens afvragen of je echt wel lang genoeg gewacht hebt met het plaatsen van de volgende laag cobs.
Ten tweede, de esthetiek. Een houten henge ziet er prachtig uit, vooral als er geen zwart plastic overheen gespannen is. Ik zou nu dan ook keer op keer kiezen voor een dragend skelet. Mijn standaard ontwerp is rond, met staanders en liggers van goede, sterke palen, waterpas geplaatst. De palen zijn zo dik als je dij, worden geplaatst in een cirkel, tenminste 70 cm diep in de grond. Het deel dat de grond ingaat goed verkolen en in de bitumen zetten. Het aantal dakspanten is gelijk aan het aantal staanders, zodat het gewicht van het dak direct wordt opgevangen.
De liggers overlappen ter hoogte van de staanders en worden onderling verbonden om sterkte te geven aan de cirkel. Er worden diverse diagonale schoren geplaatst om de cirkel star en vormvast te houden.
Geen gebruik maken van een houten skelet is natuurlijk ook mogelijk. De muren hoeven niet waterpas te lopen en je plaatst de dakspanten op de sterkste delen van de muur. Dat wil zeggen, daar waar geen ramen en deuren zitten. Deze optie vereist een stevige muurplaat, die het gewicht over de muren eronder verdeelt.
Op een strobalenmuur gebruik ik bij voorkeur eiken stammen die zodanig gebogen zijn dat ze de lijn van de muur volgen. Als je hier vlak gezaagd hout voor gebruikt, zoals bij een cobwoodmuur, is het gemakkelijker om de verschillende secties van de muurplaat met elkaar te verbinden. Je moet echter een zadel maken van hardhout, om het gewicht van ieder dakspant te verdelen richting het midden van de muur, in plaats van op de buitenrand.
De afbeelding laat een dakspant zien dat iets is opgelicht, terwijl het zadel geplaatst wordt. Ieder zadel is gemaakt van een stuk hardhout, even dik als je kuit en de lengte van hand tot elleboog, gespleten in het midden, een ronde vorm wordt gemaakt met behulp van een dissel of kettingzaag, zodat het dakspant goed opgevangen wordt door de vorm van het zadel. Hou de zadels bij de hand en maak ze passend waar nodig.
Voorbereiding en afmeten
Bepaal de diameter van je gebouw en maak vervolgens zes maanden van te voren de dakspanten op maat (en het cordwood voor de muren, waarover later meer). Ha! We doen hier niet even een snel bezoek aan de doe-het-zelfwinkel. We bouwen een dak van natuurlijke materialen, bijna gratis. De beste manier om aan rondhout te komen voor een relatief grote constructie zoals een hut of huis is door wat geld te lenen en een stuk bos te kopen. Een hectare is meer dan genoeg. Dun het bos uit, verwijder flink wat mooie, rechte stammen, verwijder de takken en schil de bast. Verkoop je stukje bos vervolgens weer, voor iets meer dan je er voor betaald hebt. Koop de rest van je bouwmaterialen (vooral vijverrubber) met de winst. Dat is de manier om aan een gratis designerhuis te komen. Maar goed, ik dwaal af.
Hoe je het ook doet, besluit vroeg in het proces en probeer je hout lokaal te krijgen, dus uit een een of ander verlaten, winderig, drassig stuk bos gedurende de winter. Laat me je niet ontmoedigen, vraag een vriend of specialist om het hout voor je te regelen als je even zonder laarzen en spieren zit.
Er is niet zoiets als het beste soort hout voor reciframes, het meeste hout is geschikt. Realiseer je wel dat het hout gewicht moet kunnen dragen over de gehele lengte, dus gebruik hout met een goede treksterkte en hout dat zijn eigenschappen gedurende enkele jaren weet te behouden.
Zo scoren bijvoorbeeld esdoorn, populier en els niet zo goed in deze categorie (hoewel ze goed zijn voor cobwood muren), maar es, eik, kastanje, spar, lariks en douglas voldoen wel.
Hoe groot kan een reciframe zijn? Nou, het hangt af van het aantal en de sterkte van je balken en je montageteam. Een reciframe is verrassend sterk, maar het is beter het zekere voor het onzekere te nemen. Verwacht niet meer dan drie meter overspanning met een lengte rondhout van dijbeen- of bicepsformaat zonder verdere ondersteuning. Dit veronderstelt een handmatige, losse werkwijze.
Het gebouw dat we in 2007 in Portugal plaatsten was van eucalyptus, een hardhout met een hoge dichtheid. Alle spanten waren zo dik als je dij en waarschijnlijk wogen minstens 100 kilo per stuk.
Het gebouw heeft een diameter van tien meter, dus we gingen er vanuit dat we drie sterke interne ondersteuningspalen nodig hadden, halverwege de drie sterkste dakspanten.
We hebben ook een team van tenminste acht sterke jonge mensen nodig om de palen te tillen en te manipuleren. Voor een kleine landelijke hut bestaande uit een zit/slaapkamer is vijf tot zes meter diameter is een goede maat. Ik zou niet kiezen voor een gebouw groter dan zes meter, tenzij ik een aantal interne staanders zou gebruiken, wat overigens goed te doen is. Een gebouw met een binnendiameter van vijf tot zes meter met twaalf tot dertien spanten is hanteerbaar bij bouwen in groepsverband. Zaag iedere dakspant flink te lang af en zaag er wat teveel, zodat je ruime keus hebt gedurende de bouw.
Voor mijn standaardconstructie van dertien spanten maak ik ongeveer vijftien spanten van drie meter (straal van gebouw) plus één meter boven in het midden plus één tot twee meter oversteek bij de muur. We hebben dus vijftien palen van vijf tot zes meter lang, een paar maanden gedroogd om het risico hernia’s te verminderen. Je hebt ook lange palen voor de Charlie en het centrale statief nodig, dus prepareer twintig palen als je toch bezig bent.
Simulatie
Als je deel uit maakt van een groep of als je geen ervaring hebt met de bouw van een reciframe is het belangrijk dat iedereen die betrokken is bij de bouw het principe begrijpt van wat er gaan gebeuren en waar op gelet moet worden gedurende de operatie.
Ik beveel dan ook aan om eerst te oefenen op de grond voor je begint met het balanceren met zware balken boven de hoofden van je team. Wat ik tegenwoordig doe is een simulatie in twee fasen, waarbij ik het werkelijk aantal spanten gebruik.
1. Leg alle spanten op het terrein, bij voorkeur voordat je iets gebouwd hebt, gaten gegraven hebt of zelfs de markeringspaaltjes hebt geslagen, maar wel nadat de bovenlaag van de bouwplek is verwijderd, zodat je een vlakke ondergrond hebt om op te werken. Plaats iedere paal ongeveer 50 centimeter van het einde van de vorige, steeds aan het dunne einde, zodat een eenvoudige spriraalvorm ontstaat.
Keur iedere paal die niet voldoet in dit stadium af. Plaats de palen zodanig dat ze op de plek liggen waar ze later ook gebruikt zullen worden. Markeer de plaats waar de muren komen, waarbij je rekening houdt met een overstek van tenminste een meter. Zo krijg je inzicht in hoeverre je ideeen over hoeveel ruimte je hebt, hoe groot je het wilt hebben en dergelijke realistisch zijn, rekening houdend met de dakspanten die je beschikbaar hebt. Uiteraard wil je de sterkste en meest rechte delen van de palen gebruiken. Je kunt zelfs de dunste delen van de palen afzagen als je zeker weet dat je ze toch niet gaat gebruiken. Als de spiraal op de grond klaar is meet je de hoogte ervan. Noem het Spiraalhoogte en vertrouw dit heilige getal toe aan iemand met een goed geheugen of schrijf het zelfs op. Het is nodig om de hoogte van de Charlie te berekenen.
2. Simuleer nu een echt reciframe met de spanten je hebt geselecteerd, nog steeds op de grond, maar met een Charlie in de vorm van een kleine Y-vormige paal of statief van pakweg 1,5 meter hoog.
Dit dak komt op een houtskelet, dus markeer de plekken waar de staanders komen met staken. Voor andere bouwvormen kun je de plek waar de muur komt markeren op een andere manier, bijvoorbeeld met touw. De kleine Charlie moet nog steeds sterk genoeg zijn om alle palen te dragen. Op de foto wordt een statiefconstructie gebruikt als Charlie.
Omdat we nu het plaatsen van het reciframe gaan simuleren, is het van belang om uit te leggen hoe de Charlie geplaatst moet worden en wat de relatie is tussen twee opeenvolgende dakspanten.
Waar we op richten is een centrale cirkel boven het midden van ons gebouw. Je kunt het natuurlijk op je eigen manier doen, maar dit is de methode die ik ken. Voor een regelmatig gevormde centrale opening moet ieder spant evenveel naast het midden van het dak uitkomen. We hebben ofwel een houtskelet, ofwel een muur als referentie en we kunnen bepalen hoe groot de centrale opening moet zijn. Stel dat je kiest voor een diameter van een meter, dan moet ieder spant een halve meter uit het midden uitkomen, toch? Dus, als we een paal verticaal in het midden van de cirkel plaatsen, een spant op de muur schuiven (maakt niet uit waar je begint) en laten uitkomen op een halve meter van de staak in het midden, dan bepalen we hiermee de positie van het eerste spant. Onze Charlie moet deze eerste paal ondersteunen en mag niet in de weg zitten van de nog te plaatsen palen. De beste plaats om de Charlie te plaatsen is dan ook langs de lijn van de eerste paal, zo’n 60 centimeter in de richting van de muur. Plaats de Charlie, leg de eerste paal erop, met ongeveer een meter ruimte voorbij de vork en bind de paal vast aan de Charlie met touw. Plaats nu de tweede paal, ga met de klok mee rond (als je een houtskelet hebt komt deze tweede paal uit boven de eerstvolgende staander) en plaats deze tweede paal op de eerste. Zorg dat de afstand opnieuw 50 centimeter tot de centrale staak is. Sla een vijftien centimeter lange spijker in de eerste paal, direct naast de tweede, zodat de tweede niet weg kan rollen langs de eerste. Het is maar een simulatie, dus sla de spijker niet te diep, dan kan je ‘m later opnieuw gebruiken. De palen aan elkaar vastbinden kan ook.
Nu zijn we aangekomen op het punt waar we een nieuw woord moeten introduceren. Stel je voor dat je dakspanten, de ene op de andere geplaatst, op een waaier spelkaarten lijkt. Als je de waarde van iedere kaart wilt zien, spreid je ze evenredig uit. Evenzo willen we een regelmatige afstand tussen deze en de volgende paal terwijl we de cirkel rondgaan, zodanig dat iedere paal evenveel draagt en op dezelfde wijze op zijn buurman geplaatst is. We gebruiken de tern “rummy” om de afstand te beschrijven tussen het punt waar paal B rust op paal A en het punt waar paal C rust op paal B, bekeken van bovenaf. Een kleine rummy, zeg ter grootte de afstand tussen topje pink en topje duim van een gespreide hand, betekent een vrij kleine centrale opening, zeg 60 centimeter diameter. Twee maal de lengte van een gespreide hand geeft een aardig grote opening, meer dan een meter, afhankelijk van het aantal dakspanten dat je gebruikt.
De opening in de afbeeldingen hieronder wordt gevormd door dertien spanten, met een rummy van een royale handbreedte. De opening is ongeveer 90 cm breed en biedt zo ruimte aan twee voorruiten van een bus, de een boven de andere geplaatst als dubbel glas.
De opening is regelmatig omdat we steeds als we een nieuwe paal op de voorgaande plaatsen een grote spijker naast de geplaatste paal sloegen en zo zorgden voor een vaste afstand.
Beste lezer, ik vrees dat je de draad kwijt raakt. Een goede gebruiksaanwijzing schrijven vereist veel werk, is het niet? Maar als je eenmaal je reciframe gaat simuleren met een kleine Charlie, zoals beschreven, zal je op magische wijze zien wat ik bedoel. Met behulp van een rummy van de dezelfde afstand tussen de spijkers, zal je een fraai ogende opening in het midden krijgen. Dit is vrij belangrijk, omdat je later regelmatig je blik omhoog zal richten, naar het dak. Ik zou je foto’s kunnen laten zien van mooie en minder mooie cirkels, maar, hey, het leven is kort. Hier is een fraaie, waarbij gebruik gemaakt is van bovenstaande principes.
Stop de persen: eenvoudiger systeem!
In september 2011 in Cornwall, op de bouwplaats Planit-Earth in Sancreed, nabij Penzance, vonden we een sterk vereenvoudigde versie van de rummy-methode. Als je vooraf je palen markeert kun je een hoop tijd besparen en krijg je een fraaie, ronde opening.
Meet vanaf het bovenste uiteinde van iedere paal en plaats een X met een zwarte merkstift op 70 centimeter van het uiteinde.
Deel de omtrek van de gewenste opening door het aantal palen dat je gebruikt. In ons geval kwamen we uit op 29 cm. Zet nog een markering op 70+29=99 cm van het bovenste uiteinde van de paal. Maak met een dissel een ondiepe groef onder een scherpe hoek die correspondeert met de hoek die het volgende spant maakt met het vorige. Als je twaalf spanten hebt wordt de hoek bijvoorbeeld 30 graden, maar je kunt ook schatten en verfijnen gedurende het plaatsen van de spanten. De markering van de merkstift valt in de groef in het spant eronder. Als je nauwgezet dit systeem volgt en iedere volgende paal met zijn markering centraal op de onderliggende groef plaatst, kun je iedere paal vastsjorren en later onderling verbinden met een lange bout of een stuk draadeind. Vaak zal de bout precies uitkomen waar de markering stond.
Hier zijn enkele foto’s van de bouw in Cornwall :
Nu het echte werk
OK, de simulaties zijn gedaan. Kies een mooie dag en ga ervoor. Maak een stevig centraal statief zodat je omhoog kan klimmen en je met hoofd en schouders boven de te bouwen cirkel uitsteekt. Het hoogste punt van je statief moet hoog zijn, zo’n 3 tot 3,5 meter. Wees niet zuinig met touw. Sjor de Charlie vast aan het statief. Als de Charlie een paal is, moet de vork van de Y-vorm het eerste dakspant hoog genoeg houden om het laatste dakspant onder het eerste te laten passen. Ik gebruik deze formule:
Hoogte Charlie = hoogte muur + hoogte spiraal + 30 cm
Als je in plaats van een Charlie twee palen gebruikt die aan elkaar gesjord zijn in een schaarvorm, wordt de juiste hoogte boven de grond bepaald door het kruispunt van deze twee palen.
Sjor de Charlie zodanig vast dat deze eenvoudig weer los te maken is en stukje bij beetje onder de constructie weggeslagen kan worden zonder dat het statief in de weg staat. Raadpleeg ook de afbeeldingen. Plaats de Charlie ter hoogte van de straal van de centrale opening en ongeveer 60 centimeter richting de buitenmuur in de lijn van het eerste dakspant. In woorden klinkt dit als gobbledegook, maar je hebt het gesimuleerd, dus je weet hoe het moet.
Als alles voorbereid is, ga er dan voor. Kinderen goed uit de buurt houden. Laat niemand toe in de cirkel die niet volledig gefocust is en zijn zintuigen op scherp heeft staan. Geen geklets. Niet meer dan één persoon tegelijk aan het woord. Plaats het eerste spant, zoals in de simulatie. Sjor deze vast aan de Charlie en zet losjes vast op het houtskelet of de muur. Plaats nummer twee op de eerste paal, maar de zware kant onderaan, met de klok mee gedraaid. Maak een ondiepe inkeping of groef met een kleine dissel of bijl in het eerste spant waar nummer twee netjes invalt. Van je commandopositie, tevens zelfmoordpositie, bovenin het centrale statief sla je een spijker van zo’n 15 centimeter in het eerste spant, om wegrollen van het tweede spant te voorkomen. Sjor vervolgens de twee spanten aan elkaar.
Draai met de klok mee rond tot de volgende positie op de muur en herhaal dit tot de laatste paal onder de eerste geplaatst is. Met een beetje geluk heb je nu een mooi gevormde centrale opening en nog wat verticale speling tussen de eerste en de laatste paal.
Pak een spanband en bind deze losjes rond het eerste en laatste spant. Controleer of alle palen onderling aan elkaar gesjord zijn. Maak de Charlie los, maak een groef en sla een spijker in het laatste spant op de plek waar deze het eerste spant ontmoet. Laat vervolgens enkele dappere helpers die tevens goed van vertrouwen zijn de Charlie stukje bij beetje onderuit hameren.
Naarmate het hele reciframe naar beneden zakt moet je de spanband aantrekken om de speling op te heffen. Als de eerste en laatste paal elkaar op enkele centimeters genaderd zijn de laatste correcties aan het frame doorvoeren. Het maakt uit in welke richting je helpers de Charlie wegslaan.
Het is veel gemakkelijker om nog correcties door te voeren dan wanneer het hele frame zich heeft gezet. Als je tevreden bent, laat dan alles op zijn plaats zakken. De Charlie komt nu helemaal los en kan verwijderd worden en je kunt de gehele centrale cirkel fixeren met lange bouten of metalen strips. Zie ook de eerdere foto met het bovenaanzicht van de opening en let op de metalen strips die de spanten bijeen houden. Fixeer de plek waar de spanten op de muur liggen met strips, spijkers, wapeningsstaal of eiken pennen. Zet het water op het vuur.
Afwerking van het dak
Alles wat ik zojuist heb hier geschreven kan in een paar dagen gedaan worden. Eén voor simulatie en één om het in werkelijkheid uit te voeren. De rest van het dak kost je zo’n twee of drie weken. Hier volgt echter het proces in het kort, met plaatjes. Meestal gebruiken we een of andere soort hardhouten stutten, radiaal geplaatst, om het gewicht van de zoden van het vegetatiedak te houden en om alles bijeen te houden.
Het hangt er vanaf welke materialen verstandig te gebruiken zijn. De laatste twee daken die we hebben gebouwd gingen als volgt:
1. Boor en spijker honderden hazelaarstrips in een lange spiraal tot in de nok van het dak. (zie foto van de opening, van onderaf gezien). Boor en schroef een barrière om het vegetatiedak tegen te houden, gemaakt van gespleten kastanje, op de dakrand.
Dek het dak af met wit doek, leg hierover een laag van 30 cm stro. Dek het stro af met een laag vijverrubber (EPDM)
Plaats rondom een drainagebuis op het rubber en zet deze vast met ducttape. Dek af met Polyfelt geotextiel. Plaats het vegetatiedak.
Maak een gat en plaats de voorruiten van de eerdergenoemde bus op de vegetatie. Houd de glasplaat op zijn plek door te verzwaren met plaggen.
2. Aftekenen, zagen, boren en vastschroeven van planken, zodat het plafond een massieve look krijgt.
Het maken van een eenvoudig dak zoals hier beschreven is erg goedkoop, het is heel leuk om te doen en het ziet er erg natuurlijk uit. Blijf nadenken en werk veilig gedurende de constructie, maar wees niet bang. Reciframedaken zijn behoorlijk failsafe en ze zijn veel gemakkelijker te maken dan je zou denken.
Veel succes!
Tony Wrench, www.thatroundhouse.info
Is er iemand die ons (de Ezel-Balk) kan helpen met het maken van zo’n dak op ons omgebouwde houten zwembad. Er stond een houten zwembad en die hebben we omgebouwd tot Tipihut. Nu zouden we alleen graag een ander dak erop gaan maken met een zelfdragende dak constructie. Dit zodat we geen paal meer in de hut hebben.
Hoor graag of iemand ons verder kan helpen.
Ik neem contact op via e-mail!
Beste Daniel, wij gaan binnenkort een huis bouwen met een reciproke dak. Wij hebben hier geen ervaring mee, onze aannemer ook niet, en het zou fijn zijn als jij ons zou willen adviseren / helpen hiermee. Zou jij contact met ons op willen nemen.
Warme groet, Martijn en Veronique
Ik ben benieuwd hoe dit huis nu eruit ziet is dat mogelijk? Vooral planten op de dak…
Groeten,
Joanna
Hoi Daniël,
Ik ben vol vreugde begonnen aan mijn hobbit huisje met doorsnede van 3 meter. Hij is ook niet helemaal rond.
Ik wil graag een recidak. Nog nooit gedaan! Ondertussen heb ik je verhaal zo’n 10 keer gelezen om wegwijs te worden :).
Ik begrijp het al iets beter maar nog niet helemaal om het vertrouwen te hebben dat ik dit kan. Is er iemand in De buurt van Zwolle die ik kan raadplegen hierover. Zodat mijn plaatje in mijn hoofd helemaal helder kan worden?
Warme groetjes
Brenda
Brenda, erg gaaf project! Ik weet helaas niemand in jouw buurt met ervaring op dit vlak. Aan de andere kant: het gaat op een relatief kleine diameter. Kun je niet een proef doen op de grond? Dan krijg je een goede indruk van de vorm en kun je het dak vervolgens echt toepassen op de constructie.
Ha Daniël,
Ja ga ik doen!
Hoe heb je de liggers op de staanders (waar de daksporen op komen) trouwens vast gezet? Ook met schroef? Of is de manier zoals je beschreven heb in je verhaal waarbij het hout elkaar overlapt prima te doen. Ik wil voorkomen dat de boel instort als ik het dak erop ga zetten:)
Ha Daniël,
Moeten de dagliggers persé allemaal even ver van elkaar liggen om het reciprookdak te laten slagen?
Ik heb gekozen voor een afstand van 1,5m met 9 dakliggers.
Alleen door de vorm en omtrek van het huisje (omdat deze niet helemaal rond is) kom ik 1 stuk op 1,7men de ander 1,6m.
Is dat een probleem?
Ik heb met schaalmodellen de gekste vormen gemaakt met reciproke daken. Wat jij beschrijft kan eigenlijk geen invloed hebben op de sterkte van het dak. Het is hooguit cosmetisch!
Ik ben van plan om een rond gebouw met een doorsnede van 6 à 7 meter, 8 staanders met zware liggers te bouwen.
Hierop wil ik een reciframe maken van 16 dakliggers.
De bedoeling is dat hier een groendak op komt.
Hoe dik zouden de dakliggers moeten zijn om dit te kunnen dragen?
Dat durf ik niet zo te zeggen… Het beste is toch om dat te laten uitrekenen door een professional. Als je ronde stammen gebruikt zijn die sterker dan vergelijkbare conventionele balken, dus dat kan een voordeel zijn.
Beste Daniël,
Afgelopen jaar hebben we contact gehad met jou om wijzer te worden hoe we ons reciproke dak voor ons huis echt konden maken. Dankzij jouw advies en handige rekenhulp op de site, hebben wij het dak afgelopen week veilig kunnen maken! Met stammen van 30cm dik en een lengte tot ongeveer 11 meter was dat een hele uitdaging. Heel veel dank! Als je in de buurt van Schoorl bent, kom dan gerust langs.
Warme groet,
Martijn, Veronique, Juna en Ivar
Land van Verbinding